Citius Advocaten Logo
Citius Advocaten Logo

ONTSLAG VAN AMBTENAREN WEGENS EEN GEDRAGING IN DE PRIVESFEER

11 januari 2022

Voor ambtenaren is de uitdrukking ‘werk en privé gescheiden houden‘ tweeledig. Als beroepsgroep wordt hen een ‘9 tot 5-mentaliteit’ toegeschreven, maar tegelijkertijd hebben ambtenaren een voorbeeldfunctie die zich ook uitstrekt tot hun privéleven. Dit betekent concreet dat een overtreding van met name de strafwet voor een ambtenaar kan leiden tot ontslag, ook zonder dat er een link is met de werkzaamheden die de ambtenaar moet uitvoeren.

Wij onderzochten hoe ver de voorbeeldfunctie strekt van de ambtenaar die per 1 januari 2020 een civiele arbeidsovereenkomst heeft gekregen vanwege de invoering van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren.  Door invoering van deze wet worden is de ontslagprocedure voor ambtenaren veranderd. De kantonrechter moet tegenwoordig oordelen over het ontslag van de ambtenaar.

Dit is een samenvatting van een artikel dat in 2021 is gepubliceerd in het Tijdschrift Arbeidsrecht. Dat artikel is te raadplegen via deze link.

 

Ter vergelijking: het ontslag van een ‘normale werknemer‘ wegens een misdraging in de privésfeer

Vanwege de arbeidsovereenkomst die de meeste ambtenaren sinds 1 januari 2020 hebben gekregen, dienen hun misdragingen in de privésfeer bij de beslissing over hun ontslag te worden beoordeeld door dezelfde rechter als die het ontslag van ‘normale werknemers’ beoordeeld.

Uit onze analyse van rechtspraak volgt dat een normale werknemer kan worden ontslagen wegens een gedraging in de privésfeer indien (i) er sprake is van een link tussen de gedraging en de werksfeer en (ii) er sprake is van een norm die door de werknemer is overtreden en die hij eigenlijk richting zijn werkgever had moeten naleven. Dit betekent concreet dat het gedrag van de werknemer enige relatie moet hebben met zijn werkzaamheden (het klassieke voorbeeld is het bezitten van kinderporno als docent) voordat hij vanwege dat privégedrag ontslagen kan worden. En dat er een geschreven of ongeschreven regel van zijn werkgever moet zijn overtreden die hij kende of behoorde te kennen.

 

De bijzondere positie van de ambtenaar  

De meeste ambtenaren hebben per 1 januari 2020 een “gewone” arbeidsovereenkomst gekregen. Zij zijn echter toch niet helemaal gelijk te stellen met werknemers die niet in overheidsdienst werken. Voor de Ambtenarenwet 2017 blijven zij ambtenaar. Die wet is onverminderd op hen van toepassing en legt de ambtenaar allerlei extra verplichtingen op.

In de Ambtenarenwet 2017 is bijvoorbeeld in artikel 4 bepaald dat een overheidswerkgever een integriteitsbeleid voert dat gericht is op het bevorderen van goed ambtelijk handelen. Op grond van deze bepaling hebben verschillende overheidsinstanties gedragscodes ingesteld waarin allerlei ‘leefregels’ voor de ambtenaar zijn opgenomen. Verder bepaalt artikel 6 Ambtenarenwet 2017 dat de ambtenaar zich moet gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Daarnaast zijn ambtenaren verplicht om de eed of belofte af te leggen waarmee zij zich verplichten zich aan de wet te zullen houden, trouw te zullen zijn aan de Grondwet en zich “zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar” te zullen gedragen. Deze zorgvuldigheid, onkreukbaarheid en betrouwbaarheid is voor de ambtenaar extra belangrijk, omdat het vertrouwen van burgers in ons bestuur belangrijk is voor het functioneren van onze rechtstaat. Hoe kan de overheid verwachten dat wij ons aan de wet houden, wanneer ambtenaren dat zelf niet doen?

 

Wat blijkt uit de rechtspraak?

De kantonrechter in Lelystad moest oordelen over het privé rijden onder invloed van drugs door een medewerker van de Dienst Vervoer & Ondersteuning. Die dienst houdt zich bezig met het vervoer van arrestanten, gedetineerden en vreemdelingen. Het gedrag van de ambtenaar in zijn eigen tijd was volgens de kantonrechter in strijd met algemene integriteitseisen en de voorbeeldfunctie die de ambtenaar (tevens buitengewoon opsporingsambtenaar) heeft. Dit kostte hem zijn baan. De arbeidsovereenkomst werd wegens verwijtbaar handelen van de werknemer ontbonden.

Ook de arbeidsovereenkomst van een gemeenteambtenaar werd beëindigd omdat hij een illegale hennepkwekerij exploiteerde in zijn schuur. De gedane ambtsbelofte en de gedragscode waarin is voorgeschreven dat een ambtenaar zich dient te houden aan de wettelijke voorschriften en de geldende gedragsregels die beogen het vertrouwen in de overheid te versterken, vormen voor de kantonrechter in Dordrecht voldoende aanleiding om te concluderen dat de ambtenaar-werknemer iets had gedaan wat gelet op zijn positie niet was toegestaan. Ook hij verloor zijn baan.

In het bijzonder uit de laatstgenoemde uitspraak blijkt dat voor de kantonrechter bij het ontslag van een ambtenaar wegens een misdraging in de privésfeer al voldoende kan zijn dat de ambtenaar kan worden verweten dat die zich niet integer heeft gedragen. Een uitdrukkelijke link met de specifieke werkzaamheden van de ambtenaar is dan niet eens noodzakelijk. Voor ambtenaren blijft het derhalve oppassen geblazen.