Citius Advocaten Logo
Citius Advocaten Logo

Faillissement en pluraliteit: Heeft uw schuldenaar wel meer dan één schuldeiser?

19 mei 2022

Het faillissement aanvragen van uw schuldenaar? Zo makkelijk is dat niet. Alvorens het faillissement wordt uitgesproken door de rechter dient voldaan te zijn aan een aantal voorwaarden. Er dient een vorderingsrecht te zijn, de schuldenaar moet meer dan één schuldeiser hebben (het pluraliteitsvereiste) en de schuldenaar is opgehouden te betalen. In een recente uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (Hof ‘s-Hertogenbosch 10 februari 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:366) staan deze voorwaarden van het faillissement centraal, in het bijzonder het pluraliteitsvereiste.

De rechtbank Limburg heeft het faillissement uitgesproken van B.V. 1 c.s., welke bestaat uit verschillende entiteiten, namelijk: B.V. 1, B.V. 2 en B.V. 3.  Het faillissement is uitgesproken op verzoek van de schuldeiser Rabobank (Rechtbank Limburg 21 december 2021).

In hoger beroep is aangevoerd dat niet voldaan is aan het pluraliteitsvereiste. Zo ontbreekt toestemming van andere schuldeisers en zijn vorderingen niet opeisbaar. Het hof gaat uitgebreid in op de vorderingen van de andere schuldeisers dan de aanvrager, de steunvorderingen. Het hof oordeelt vervolgens dat voor de faillietverklaring toestemming van de schuldeisers van een steunvordering niet vereist is. Dat een dergelijke schuldeiser niet instemt met het faillissement is daarmee dus niet relevant. Tevens bevestigt het hof dat van de vorderingen op de schuldenaar er slechts één vordering opeisbaar dient te zijn, een opeisbare steunvordering is dus niet vereist voor toewijzing van een faillissementsverzoek.

In deze zaak oordeelt het hof overigens dat een toekomstige vordering, namelijk de faillissementskosten van de curator (salaris) bij vernietiging van het faillissement, als steunvordering kan dienen. Dit is opmerkelijk omdat de Hoge Raad in het arrest ABN AMRO/Berzona (HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1681) heeft geoordeeld dat een toekomstige vordering niet kan dienen als een steunvordering, omdat onvoldoende vaststaat of deze vordering daadwerkelijk zal ontstaan. Het hof overweegt echter dat in deze zaak voldoende vaststaat dat de vordering van de curator bij vernietiging zal ontstaan en daarom kan dienen als steunvordering.

Naast het pluraliteitsvereiste gaat het hof ook in op de vraag of sprake is van misbruik van recht door de faillissementsaanvrager. Het hof neemt kort gezegd niet aan dat sprake is van misbruik van recht indien de aanvrager van het faillissement en tevens schuldeiser zekerheden heeft bedongen. In de onderhavige zaak zou de uitwinning van de zekerheden de vordering niet dekken en is voor de schuldeiser meer opbrengst te realiseren in faillissement dan daarbuiten. Het hof oordeelt dus dat de Rabobank een redelijk belang heeft bij het faillissement en dus geen sprake is van misbruik van recht. Hieruit kan afgeleid worden dat wanneer er wel voldoende zekerheden aan de schuldeiser zijn afgegeven en er voor de schuldeiser niet meer opbrengst is te realiseren in faillissement dan daarbuiten een faillissementsaanvraag kan stranden wegens  misbruik van recht.

Kortom, een faillissementsaanvraag is nog niet zo makkelijk.

Het pluraliteitsvereiste kan meerdere vragen oproepen. De overkoepelende vraag luidt: wanneer heb ik nou meer dan één schuldeiser? In deze bijdrage zijn op hoofdlijnen de belangrijkste overwegingen van het hof behandeld. Voor vragen of informatie kunt u contact met ons opnemen.