Citius Advocaten Logo
Citius Advocaten Logo

Europees Hof: UBO-register op slot voor het brede publiek.

29 november 2022

Op 22 november 2022 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaald dat het UBO-register gesloten wordt voor ‘het brede publiek’, omdat de openbaarheid van het register niet verenigbaar is met het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens.

Het Hof deed deze uitspraak naar aanleiding van een reeks prejudiciële vragen van Luxemburgse rechter, voortkomend uit een zaak die twee Luxemburgse vennootschappen hadden aangespannen tegen de registratieplicht.

Het UBO-register

In november 2020 is het Nederlandse UBO-register in werking getreden ter implementatie van de Europese anti-witwasrichtlijn. Met invoering van het register werd beoogd witwaspraktijken, financiering van terrorisme en andere vormen van fraude tegen te gaan.

In Nederland beheert de Kamer van Koophandel het UBO-register, waarin persoonsgegevens van ‘Ultimate Beneficial Owners’ (UBO’s), ook wel ‘uiteindelijk belanghebbenden’ van registratieplichtige juridische entiteiten worden vastgelegd.

Registratie is verplicht voor een ieder die meer dan 25 procent van de zeggenschap of aandelen in een bedrijf heeft.

Vastgelegd is wie de eigenaar is van een stichting of vennootschap, wie er zeggenschap of een bepaald belang heeft, de aard en omvang van het belang, voor- en achternaam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit en woonplaats.

De publieke toegang tot deze gegevens wordt door velen als bezwaarlijk ervaren: het zou een te grote inbreuk zijn op de privacy van aandeelhouders en bedrijfseigenaren. Het zou daarnaast niet aangetoond zijn dat de openbaarheid van het UBO-register actief relevant is voor de bestrijding van fraude en witwassen.

Oordeel van het Hof van Justitie

Bij beantwoording van de prejudiciële vragen bepaalt het Hof dat de publieke toegang tot het UBO-register en informatie over de uiteindelijk begunstigden een ernstige inmenging vormt in het recht op eerbiediging van privéleven en in het recht op bescherming van persoonsgegevens.

Het Hof overweegt allereerst dat de doelstelling van algemeen belang die de Europese wetgever met de anti-witwasrichtlijn nastreeft, op zichzelf een ernstige inmenging in de grondrechten van eerbiediging van het privé- leven en bescherming van persoonsgegevens kan rechtvaardigen.

Het Hof stelt daar tegenover dat openbaarheid van het UBO-register geen maatregel is die strikt noodzakelijk is om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen, waardoor de maatregel onevenredig is in verhouding tot het nagestreefde doel. De noodzaak van openbaarheid zou bovendien onvoldoende gemotiveerd zijn in de richtlijnbepaling waarop het register is gebaseerd.

Het Hof oordeelt daarom dat de grondslag waarop alle Europese lidstaten die UBO-registers hebben ingesteld, ongeldig is.

Relevantie voor Nederlandse UBO’s

Naar aanleiding van de uitspraak is het Nederlandse UBO-register per direct niet meer voor eenieder toegankelijk. Het effect hiervan is dat de privacy van UBO’s voor nu meer gewaarborgd kan worden.

De uitspraak richt zich met name tot de Europese wetgever en de Europese Commissie. De Commissie en de Nederlandse minister van Financiën hebben aangegeven de uitspraak te bestuderen. De exacte reikwijdte van de uitspraak zal de komende tijd blijken.

Voor nu is het van belang is dat de uitspraak van het Hof geen invloed heeft op de plicht voor juridische entiteiten om UBO’s te registreren en actualiseren. De registratieverplichting blijft dus gewoon van toepassing.