Citius Advocaten Logo
Citius Advocaten Logo

De opzegging van een duurovereenkomst

22 juli 2021

Een groothandel in geneesmiddelen werkte al circa 20 jaar samen met een geneesmiddelenproducent, waarbij de groothandel de geneesmiddelen inkocht bij de producent. Van de één op de andere dag besloot de producent met het leveren van de geneesmiddelen te stoppen. Dit had voor de groothandel grote financiële gevolgen. De groothandel stapte naar de rechter en voerde aan dat de producent niet maar zo de samenwerking mocht beëindigen. (Zie Rb. Midden-Nederland (vzr.) 25 november 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:5256.)

Nog steeds heel veel van dit soort handelsrelaties staan niet op papier, behalve dat er facturen worden verstuurd en soms algemene voorwaarden van toepassing zijn. Toch kan er in dit soort relaties sprake zijn van een overeenkomst die voor langere duur van toepassing is en die niet zomaar kan worden beëindigd (een duurovereenkomst). Dit zal bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer partijen een bestendige handelsrelatie met elkaar hebben omdat zij voortdurend op gezette tijden met elkaar handel drijven en de samenwerking al lange tijd duurt.

Voor de vraag of (en hoe) een duurovereenkomst kan worden beëindigd moet eerst in het getekende contract worden gekeken als dat er is. Daarin kunnen bepalingen tot beëindiging zijn opgenomen voor concrete situaties. Vaak is opgenomen dat beëindiging niet direct kan plaatsvinden, maar pas na verloop van een bepaalde termijn (de opzegtermijn). Ook de wet kan voor bepaalde duurovereenkomsten bepalingen bevatten om die overeenkomst te beëindigen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de arbeidsovereenkomst. Maar zijn deze bepalingen er niet, dan geldt dat duurovereenkomsten die voor een bepaalde tijd zijn gesloten (bijvoorbeeld een jaar) in principe niet (tussentijds) opzegbaar zijn. Duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd (waarvan snel sprake zal zijn als er niets over de duur is afgesproken) zijn als hoofdregel juist wel opzegbaar.

Op basis van de redelijkheid en billijkheid kan het daarbij wel zo zijn dat (I) een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen; (II) compensatie in de vorm van schadevergoeding vereist is, of (III) een zwaarwegende grond voor de opzegging noodzakelijk is.

Zijn twee commerciële partners echter een bepaalde opzegtermijn expliciet overeengekomen, dan zal het moeilijk zijn een rechter ervan te overtuigen dat een langere opzegtermijn noodzakelijk is, bijvoorbeeld op grond van de redelijkheid en billijkheid. In een recente zaak bij de rechtbank Gelderland werd dat een pluimveeslachter ook duidelijk.( Zie Rb. Gelderland 14 mei 2021 (vzr.), ECLI:NL:RBGEL:2021:2640.) Zijn leverancier van kuikens besloot van de één op de andere dag de overeenkomst te beëindigen. De overeenkomst bood deze mogelijkheid, omdat er sprake was van een overname van de pluimveeslachter door een andere partij. De rechtbank oordeelde dat wat in het contract staat leidend is. Dat het voor de pluimveeslachter 12 weken zou duren om een nieuwe leverancier te vinden, was de pluimveeslachter bij het aangaan van het contract ook al duidelijk. Dan had dat contract maar niet zo overeengekomen moeten worden.

Is er bij een duurovereenkomst geen expliciete opzegtermijn afgesproken, dan is de vraag hoe moet worden bepaald wat een redelijke opzegtermijn is. Uit de jurisprudentie blijkt dat onder meer de volgende factoren daarvoor van belang zijn:

  • De duur van de overeenkomst;
  • Het bestaan van een afhankelijkheidsrelatie tussen de opzeggende partij en de andere contractspartij;
  • Vertrouwen in het voortduren van de relatie bij de partij die wordt opgezegd;
  • De aanwezigheid van alternatieve handelspartners voor de partij die wordt opgezegd.

Terug naar de beëindiging van de 20-jarige samenwerking tussen de groothandel en de geneesmiddelenproducent. In wet en overeenkomst was geen regeling te vinden voor de beëindiging van deze duurovereenkomst De groothandel voerde overtuigend aan dat de beëindiging van de samenwerking ertoe zou leiden dat serieuze financiële verliezen zouden worden geleden. Maar de rechtbank erkende ook het belang van de geneesmiddelenproducent om haar bedrijf naar eigen inzichten in te richten en dat zij niet gehouden kan zijn om een duurovereenkomst met de groothandel voor eeuwig voort te zetten om het verdienmodel van de groothandel in stand te houden. De slotsom was dat een opzegtermijn van 12 maanden als redelijk werd bevonden.

Conclusie: ons advies is om afspraken over de duur van een handelsrelatie en de mogelijkheden tot beëindiging daarvan schriftelijk vast te leggen.

Dat voorkomt discussie achteraf over de vraag of en hoe een handelsrelatie kan worden beëindigd. Is er niets overeengekomen, dan kan het voor de opzeggende partij en de opgezegde partij goed zijn om advies in te winnen over of beëindiging van de handelsrelatie mogelijk is en wat een redelijke opzegtermijn zou zijn. Wij staan vanzelfsprekend klaar om dat advies te verstrekken.